Het grootste probleem is dat de regering van Bayrou, die hij maandag aankondigde, veel lijkt op die van zijn voorganger Michel Barnier. Het heeft vooral centristische en conservatieve wetgevers in een sleutelrol, ook al vormen de tegengestelde krachten – extreemrechts van Marine Le Pen en een pan-linkse alliantie genaamd het Nieuw Volksfront – een meerderheid in het parlement.
De regering van Barnier verloor minder dan drie maanden na haar benoeming een motie van wantrouwen. Op basis van de eerste reacties van oppositieleiders is er geen garantie dat het nieuwe Franse management nog langer zal blijven bestaan.
Olivier Faure, leider van de centrumlinkse Socialistische Partij, omschreef de nieuwe regering als ‘een provocatie’, waarbij ‘hardrechts aan de macht is onder het toeziend oog van extreemrechts’. De voorzitter van de extreemrechtse National Rally, Jordan Bardella, sloeg De nieuwe regering vond de nieuwe regering belachelijk en zei dat Bayrou ‘de coalitie van mislukkingen heeft samengesteld’.
Financiële storm
Bayrou’s missie zou nooit gemakkelijk zijn. Sinds de verwijdering van Barnier is de politieke situatie immers niet veranderd.
Ten eerste is er de bitter verdeelde staat van de Franse politiek. Het lukrake besluit van Macron om deze zomer vervroegde verkiezingen uit te schrijven, leidde tot een opgehangen parlement dat bestond uit drie vrijwel gelijke blokken die tegenover elkaar stonden – waardoor het onmogelijk werd een meerderheid op te bouwen.
Dan is er de noodzaak om een langverwachte begroting voor 2025 goed te keuren ondanks deze fragmentatie. Frankrijk staat onder druk om zijn enorme tekort – het verschil tussen hoeveel een regering uitgeeft en hoeveel zij binnenbrengt – terug te brengen, dat dit jaar 6,2 procent van het bbp van het land bereikte, twee keer het niveau dat volgens de EU-regels is toegestaan.